Orchideeënzaden
Over het algemeen maken orchideeën peulen met stoffijn zaad zonder reservevoedsel. Ze kunnen dus ‘zonder hulp’ niet kiemen.
ln de natuur gaan de zaden een symbiose aan met een specifieke schimmel die de zaadhuid afbreekt en de zaden de nodige voedingsstoffen verschaft.
Vermeerderingsmethodes
Bij de VOV worden 4 methodes toegepast:
- Zaaien op een ‘schimmelvervangende’ voedingsbodem (asymbiotisch)
- Zaaien direct in de pot met schimmel houdend substraat (ongecontroleerd symbiotisch kweken)
- Zaaien op een voedingsbodem met schimmel (gecontroleerd symbiotisch kweken)
- Scheuren/delen/verwijderen van knolletjes (vegetatief vermeerderen)
Methode 1
Asymbiotisch zaaien
Dit is op dit moment de meest toegepaste manier van vermeerderen bij de VOV.
Als orchideeënzaden op een geschikte voedingsbodem gelegd worden kunnen ze daar de nodige voeding uithalen en hebben ze geen speciale schimmel meer nodig om te kiemen.
Omdat het niet gewenst is dat er op zo’n rijke voedingsboden allerlei voor de kiemende zaden gevaarlijke bacteriën en schimmels gaan groeien, wordt onder steriele omstandigheden gewerkt. Kennis over methodes om dat te doen en wat daar voor nodig is (b.v. een snelkookpan en liefst een laminaire flowkast) is bij de VOV aanwezig.
Met wat hulp van ervaren leden lukt het snel om orchideeënzaden (massaal) te laten kiemen en kunnen met deze werkwijze grote aantallen zaailingen verkregen worden.
Maar tijdens de overgang van de steriele omgeving naar de buitenlucht kan er veel uitval optreden. Omdat de planten in de steriele omgeving geen weerstand opgebouwd hebben, zijn ze in dit stadium nog heel erg kwetsbaar voor infecties en uitdroging.
Het optimaliseren van de omstandigheden bij het ‘oppotten’ is dan ook een belangrijk aandachtsgebied van veel VOVleden.
Methode 2:
Ongecontroleerd symbiotisch zaaien
Deze methode kan het best omschreven worden als: ‘Orchideeënzaden op een zo geschikt mogelijk lijkende bodem strooien en dan maar hopen dat de juiste schimmel in dat substraat aanwezig is. ‘
Het gaat hierbij dan vooral om saprofytische schimmels. Dit zijn schimmels die van dood organisch materiaal (o.a. cellulose) leven.
Vaak wordt dan de bodem verrijkt met golfkarton als bron van cellulose voor de schimmel, zodat er voor de schimmel genoeg voedsel is om lange tijd in goede conditie te blijven. Stukken karton worden dan gewoon door de bodem gemengd.
Er zijn ook al goede resultaten geboekt met oude boomschors als cellulosebron voor de schimmel.
De resultaten zijn soms spectaculair, maar helaas nog slecht reproduceerbaar.
Bij de VOV proberen we hier meer grip op te krijgen.
Methode 3:
Gecontroleerd symbiotisch zaaien
Door een steriele voedingsboden te enten met de juiste schimmel, kunnen orchideeënsoorten die overweg kunnen met deze schimmel gezaaid worden. Zaden van deze planten zullen een symbiose aangaan met de schimmel, ook wel mycorrhiza genoemd.
Het resultaat is dat vrij snel al jonge orchideeën verkregen worden die bij het oppotten onder de juiste omstandigheden snel zullen aanslaan. Omdat de plantjes al geïnfecteerd zijn met een schimmel, zijn ze minder vatbaar voor andere, voor hen gevaarlijke schimmels en infecties van buitenaf.
Een aantal leden van de VOV experimenteert in samenwerking met de Hardy Orchid Society (UK) met de schimmelisolaten HOSB1 en HOSA36. Deze schimmelisolaten zijn te gebruiken voor het zaaien van een breed scala aan terrestrische knolorchideeën.
Methode 4:
Vegetatief vermeerderen
Vegetatief vermeerderen: scheuren, nieuwe knolletjes van een ouderplant afhalen etc.
Werkt goed bij veel epifyten, maar ook wel bij terrestrische orchideeën. Zo zijn er soorten die d.m.v. uitlopers in een aantal jaren tot grote groepen kunnen uitgroeien.